Hoogvliegers
Zie jij ze al vliegen?
Over deze les
Veel leerlingen hebben wel eens in een vliegtuig gevlogen en vragen zich af hoe het kan dat zo'n zware machine met alle bemanning, passagiers en bagage kan opstijgen. Tijdens deze les ontdekken de leerlingen meer over de basisprincipes van luchtvaart en aerodynamica. Ze leren dat vier krachten invloed hebben op een vlucht: lift, voortstuwing, zwaartekracht en weerstand. Tijdens een vlucht met bijvoorbeeld de zelfgevouwen Delta Dart en Rotorkite zien ze de invloed van die krachten.
Leerdoelen:
- Door liftkracht en voortstuwing wordt een vliegtuig omhoog geduwd en voortbewogen.
- Door zwaartekracht en weerstand wordt een vliegtuig vertraagd en omlaag getrokken.
- Lucht beweegt om de vleugels van het vliegtuig.
- Met behulp van roeren kun je de vliegrichting van een vliegtuig bepalen.
- De neus, romp, staart, vleugels en motoren zijn belangrijke onderdelen van een vliegtuig
Onderwijsdoel(en):
- GO! W&T 2.2: De leerlingen kunnen specifieke functies van onderdelen bij eenvoudige technische systemen onderzoeken door middel van hanteren, monteren of demonteren.
- GO! W&T 2.6: De leerlingen kunnen illustreren hoe technische systemen onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of over natuurlijke verschijnselen.
- GO! WISK 4.1: De leerlingen kunnen met concrete voorbeelden aantonen dat er voor hetzelfde wiskundig probleem met betrekking tot getallen, meten, meetkunde en ruimtelijke oriëntatie, soms meerdere oplossingswegen zijn en soms zelfs meerdere oplossingen mogelijk zijn afhankelijk van de wijze waarop het probleem wordt opgevat.